Het is zaterdagochtend 14 mei 6.00 uur en de wekker staat te
piepen.
Vandaag niet zoals gebruikelijk voor een zwemtraining, maar
voor een vroege start van een bijzondere tweedaagse fietstocht.
Ik rol uit bed direct mijn fietskleding in en werk in de
badkamer mijn ochtendritueel af.
Daarna klop ik op de deur van de studeerkamer om Erwin, die
bij ons heeft gelogeerd, in te seinen dat hij mijn voorbeeld kan gaan volgen.
Hij is hier wat sneller mee en al snel beneden in de
woonkamer.
We gaan aan tafel voor een stevig ontbijt en smeren ook wat
boterhammen voor onderweg.
Om kwart voor zeven zie ik Henri op de parkeerplaats zijn Raptobike
van de auto halen.
Hij is mooi op tijd en kan onder het genot van een bak
koffie nog even wennen aan het idee dat hij als enige open ligger een uitdaging
aangaat met vier Velo’s.
Even na zeven uur komt Pim binnenvallen en ook voor hem is
er nog een bak koffie.
Douwe, die een paar honderd meter achter ons woont, meldt
zich als laatste gereed voor de start.
Petra legt ons nog vast op een plaatje en dan trappen we de
straat uit.
Al in het plassengebied voelen we wat druppels op ons hoofd,
maar gelukkig spettert het slechts een paar minuten.
We fietsen door Hekendorp, Oudewater, Polsbroekerdam, Lopik,
Uitweg en Lopikerkapel naar de Lek en steken via de brug van Vianen het water
over.
De wind is ons gunstig gezind en stuwt ons voort over de
dijk richting Everdingen, Culemborg en Ravenswaaij. Relaxed zoeven we hier
voorbij en genieten we van de uitzichten over het water en de polder.
Via de Prinses Marijkesluis komen we aan de noordkant van
het Amsterdam Rijnkanaal en via een vrijwel rechte lijn kunnen we hier langs
naar de Waal koersen.
Halverwege het kanaal rijden we het terrein van de Batouwe
op voor een korte pauze.
De golfers kijken bewonderd en verbaasd naar onze fietsen en
verwachten zeker dat we onze clubs tevoorschijn halen. Dat is zeker niet het
geval, want wij willen alleen koffie/thee en appeltaart.
Een vriendelijke en geïnteresseerde uitbater zorgt dat dit dik in orde komt.
Als we weer verder gaan staat op onze tellers een afstand
van 65 km en een gemiddelde van 28,5 km per uur. Helaas herhaalt de natuur zijn
grillen en ook de start na de pauze begint met een paar minuten nattigheid.
Bij Den Akker komen we op de dijk langs de Waal en met nog
altijd wind in mee rollen we hier ook in goed tempo door. We stuiven langs IJzendoorn,
Ochten, Dodewaard en Oosterhout naar Lent en gaan hier via de Waalbrug naar de
zuidoever van de rivier. Via een korte slinger door Nijmegen komen we in de
prachtige Ooijpolder. Naar links kijken we uit over het water en aan de rechter
zijde kijken we op tegen de heuvels.
Een halve kilometer voor de grens stoppen we in Millingen
aan de Rijn bij De Gelderse Poort voor een lunch. Vier pannenkoeken en een
uitsmijter verdwijnen als sneeuw voor de zon.
Bij het afrekenen vertellen we de serveerster dat we nog een
stukje van 65 km gaan fietsen. Dat lijkt haar wel te overzien, maar als we
daarna melden dat we al 125 km gehad hebben haakt ze toch af.
We fietsen verder langs het water dat nu de Rijn heet en
zien aan witte kentekenplaten dat we al in Duitsland zijn. Bij Emmerich gaan we
via de tuibrug weer over en rijden we in noordelijke richting terug naar Nederland.
Bij ’s-Heerenberg passeren we in de regen de grens en is het even goed opletten
als het Duitse fietspad plots stopt en wij de weg op moeten.
Wij fietsen nu in noordoostelijke richting en komen langs
Zeddam, Terborg, Varsseveld, Ziewent en Beltrum. Op dit deel van de tocht
worden we verrast door enkele stevige regenbuien en een harde hagelbui met
zware windstoten en moeten een paar keer schuilen.
Ondertussen herken ik de omgeving van eerdere vakantie en
met de schuimkap op de Quest let ik niet goed op de GPS. Hierdoor maken we een
klein lusje door Groenlo en vandaaruit volgen we de weg naar Eibergen.
Na één keer keren in de straat vinden we ons Vrienden Op De
Fiets logeeradres.
We worden allerhartelijkst ontvangen. Onze fietsen mogen in
de garage en wij krijgen direct koffie/thee en gevulde koek toebedeeld. Na een
gezellige kennismaking met onze gastheer en gastvrouw krijgen we een
rondleiding door het huis. Douwe en Erwin delen een kamer en verder hebben wij
ieder ons eigen kamer. We frissen ons op onder de douche en wandelen daarna
naar de chinees aan de overkant van de weg. De tapasoptie oogt verleidelijk,
maar we kiezen toch ieder een gerecht naar eigen keuze. Uiteraard nemen we er een
biertje bij om het geheel goed door te spoelen. En tweede biertje wordt wel
moeilijker omdat het restaurant maar een paar glazen in ons formaat heeft. Met
een beetje doordrinken lukt het toch en voldaan tikken we de rekening af.
Op ons gastadres krijgen we nog een afzakkertje aangeboden
ter afsluiting van de avond.
Zoveel verwennerij heb ik nog niet eerder meegemaakt bij een
VODF adres.
De volgende ochtend worden we verrast door een rijkelijk
gedekte ontbijttafel.
De laten het ons goed smaken en slaan ook het aanbod
proviand voor onderweg te pakken niet af.
Even voor negen uur trekken we onze fietsen weer uit de
garage om te beginnen aan onze terugreis.
We zijn Eibergen echter nog niet uit of het begint al te
regenen. De schuimkappen gaan op de Velo’s en Henri moet afzien op zijn open
fiets. Ondanks dat onze gastheer ons waarschuwde voor wegversperringen in Haarlo
rijden we toch recht op dit dorp af. Route is immers route en daar moet je niet
te veel van afwijken. We stappen uit bij de werkzaamheden en lopen enkele
meters door de wegafzetting. Daarna sturen we weer verder langs Geesteren,
Lochem, Laren, Harfsen, Joppe en Epse naar Deventer.
Na een stuurfout van mij
en nog een keer keren vinden we de brug over de IJssel. Vanaf de brug volgen we de
weg langs Twello naar Teuge. Hier nemen we de moeite om een kilometer om te
rijden, zodat we in het restaurant van het vliegveld koffie/thee kunnen
drinken. Vanachter het raam zien we vliegtuigen opstijgen en dalen, parachutisten
naar beneden vallen en donkere wolken samenpakken. Als de regen uit deze wolken
op is gaan we weer verder.
We fietsen dwars door Apeldoorn en komen aan de
andere kant in het bosgebied van de Veluwe. We klimmen eerst omhoog en krijgen
dan een lange afdaling richting Kootwijk en de Harskamp.
Ik kan het niet laten
even aan te zetten en trap een stukje stevig door .
Pim en Erwin volgen mij en als we even later stoppen om op
Henri en Douwe te wachten zie ik aan hun gezichten dat zij het ook leuk vonden
even hard over de asfaltweg door het bos te scheuren.
Nu we toch stilstaan en zelfs de zon schijnt eten we gelijk
maar de broodjes die we mee hebben genomen. Een ietsje uitgerust koersen we weer
verder naar Barneveld, Scherpenzeel, Woudenberg, Zeist en Bunnik. We fietsen door open
poldergebied en de stevige wind tegen vraag de nodige inspanning om het tempo er
enigszins in te houden. In Bunnik krijgen we een ijsje van Erwin. Dat lijkt wat
vreemd met een buitentemperatuur van ongeveer 12 graden maar is wel erg lekker.
Vanuit Bunnik rest ons nog een goede 40 km naar huis. Tegen de steeds harder
wordende wind proberen we toch zoveel mogelijk op souplesse vooruit te komen.
Na
bijna twee dagen fietsen valt dat niet mee, maar met enig doorzetten weten we
ook Nieuwegein, Montfoort, Oudewater en uiteindelijk Gouda te bereiken. Moe
maar voldaan stoppen we naast ons huis en de door Petra opgehangen letters ‘welkom’
toveren een lach op ons gezicht. Pim en Douwe fietsen na een kort afscheid door
naar huis. Henri en Erwin blijven nog even en krijgen pannenkoekentaart die Petra
voor ons heeft gemaakt. Daarna gaan ook zij huiswaarts en kan ik mijn spullen
opruimen en mezelf opfrissen.
Terugkijkend op de dagen hebben we een hele mooie tocht
volbracht en volgens mij allemaal genoten van de uitdaging, waarbij we in
totaal een ronde van 358 km vanuit Gouda hebben gereden.
Erwin, Henri, Pim, Douwe… bedankt voor jullie gezelschap.
Leuke tocht.
BeantwoordenVerwijderenHebben jullie ook eens kennis gemaakt met deze hoek van Nederland :-)
Hé, leuke tocht!
BeantwoordenVerwijderen