zaterdag 31 augustus 2019

Paris Brest Paris 2019

Van 18 tot 22 augustus 2019 heb ik de ’s wereld klassiekste randonneurstocht Paris Brest Paris gefietst. Een uitdaging van 1215 km met 11.600 hoogtemeters en tijdlimiet van 90 uur.

Mijn voorbereidingen voor deze monstertocht begonnen al begin 2018 met het fietsen van langeafstandstochten om me te kwalificeren voor deelname.
De brevetten die ik hiervoor heb gereden varieerden in afstand van 200 tot 600 km en volbracht ik alle ruim binnen de toegestane tijden.
De trainingsronden in de Limburgse heuvels reed ik vrij makkelijk en met veel plezier.
Dit alles gaf mij voldoende vertrouwen om Paris Brest Paris te kunnen gaan fietsen.

In de weken voor PBP viel mijn verplichte bouwvak en kon ik in alle rust toeleven naar het wielerevenement.
Na één week thuis en één week in het Franse Moyaux hebben Petra en ik onze intrek genomen in een chalet op de camping in Loudéac.
Deze plaats lag strategisch in de PBP route en vanuit het chalet kon ik alvast een klein deel van het parcours per fiets en auto verkennen.
Op de zaterdag voor de start van PBP ga ik met auto en Wind-aanhanger naar Rambouillet. Tijdens deze reis is het geen moment droog en als ik op de camping kom waar ik mijn bivak op ga slaan tref ik een verzopen en modderige kampeerplek aan.
Even twijfel ik of ik in de aanhanger of auto zal gaan slapen, maar na een kop koffie in de campingkantine besluit ik om toch mijn tentje op te zetten.
Direct daarna fiets ik met de DF naar La Bergerie Nationale, het park met Rambouillet’s kasteel, om mijn PBP-kleding, badges en brevetkaart op te halen en de DF te laten keuren.
Gelukkig is de regen nu even slechts miezer en na enig speurwerk in het park vind ik de uitgiftebalie en keuringsplek.
De man die mijn fiets keurt bekijkt de werking van de verlichting en wil testen of de remmen goed werkten. Dat laatste snap ik niet direct en als hij tegen de fiets duwt en ik de remhendel niet ingeknepen heb gaat hij bijna onderuit. Een tweede poging verloopt beter en daarmee is mijn DF goedgekeurd voor de start. 

Nu de eerste horde genomen is kan ik terug naar de camping en bij aankomst bij mijn tentje regent het alweer gestaag. De DF gaat weer in de aanhanger en ik begeef mij wederom naar de kantine.
Hier zitten al heel wat PBP fietsers die net als mij de camping hebben verkozen als uitvalsbasis. Onder hen ook Roef die ook op mijn kampeerplek zijn tent heeft opgezet.
Samen met hem en een andere randonneur eten we pizza en blikken we vooruit op PBP.
Daarna kruip ik in mijn slaapzak om in de tent te luisteren naar de regen en om te proberen de slaap te vatten. Uiteindelijk lukt dat en geniet ik van de voorlopig laatste lange nachtrust.

De zondagmorgen ziet er bij het ontwaken al beter uit. Het is bijna opgehouden met regenen en het kampeerterrein begint iets op te drogen.
Ik ontbijt met het proviand dat ik heb meegenomen, neem een kop koffie in de kantine en maak daarna de DF klaar voor de strijd. Ik trek nog even een poetsdoek over de body, controleer voor de zekerheid de bandenspanning, bevestig mijn badge F118 en laad de spullen die op mijn checklist staan in de fiets.
Gekleed in het Nederlandse randounneurstenue begeef ik mij om twee uur opnieuw naar La Bergerie Nationale. Met nog zo’n 120 landgenoten poseer ik voor de landsfoto terwijl de zon de regen voor de komende dagen heeft verdreven en een vrolijke stralen op het park werpt. Daarna nuttig ik mijn startmaaltijd in de grote tent van de organisatie tussen fietsers uit 66 verschillende landen.
In het park is het inmiddels een drukte van jewelste en van de 6.673 fietsers zoeken velen nerveus hun weg naar de start. Om vier uur ’s middag starten de eerste rijders en elk kwartier daarna gaat een volgende groep van ongeveer 200 mensen op pad.
Om kwart over vijf is de start van de speciale fietsen en mag ik van start.
Mijn brevetkaart wordt voorzien van een eerste stempel en ik passeer de sensoren van het tijdregistratiesysteem. Helaas herkent het systeem mijn badge niet doordat de carbonbody van mijn fiets en magneetsignalen verstoort. Roef heeft dit ook in de gaten en dankzij enige inspanning van zijn kant wordt mijn starttijd wel in het systeem opgenomen.
 
De eerste kilometers fietsen we achter begeleidende motoren aan, hoewel ik dat niet door heb omdat ik midden in de groep rijd. Deze etappe heeft over het eerste deel een aflopend hoogteprofiel en daardoor kan ik lekker op snelheid komen.
Een uur eerder dan gepland kom ik in Mortagne-Au-Perche. Dit is op de heenweg geen stempelpost, maar er is wel koffie en ik probeer te achterhalen of ik mijn badge herkenbaar in het systeem van de organisatie kan krijgen.
Helaas lukt dit niet, maar er wordt mij verzekerd dat de stempels op de brevetkaart uiteindelijk voldoende zullen zijn voor homologatie van de tocht.
Na een korte stop fietst ik door naar de camping waar Douwe en Henri mij opvangen voor een eerste nachtrust. Ik kom daar ruim anderhalf uur eerder dan bedacht, omdat mijn gemiddelde tot nu geen 24 maar 28 km/uur is.
De mannen hebben mijn slaapmat al klaar liggen en na een douche plof ik daar op neer.

Door mijn tijdwinst over het eerste deel kan ik iets langer slapen dan verwacht, maar op maandagochtend wordt ik wel om vier uur gewekt om volgens schema verder te gaan.
Het ontbijt op de camping smaakt goed en dankbaar stop ik het proviand dat ik aangereikt krijg in mijn knapzak.
Dan ga ik op pad naar het eerste officiële controlepunt in Villaines-La-Juhel. Direct na verlaten van de camping fiets ik achter honderden rode fietslampjes van mensen die waarschijnlijk helemaal niet hebben geslapen.
Op het controlepunt laat ik een tweede stempel op mijn kaart zetten en heb ik een tijdspeling van amper 35 minuten op de uiterste doorkomsttijd.
In het donker heb ik slechts een gemiddelde van 20 km/uur kunnen halen, maar nu het weer licht is en mooi weer klimt mijn gemiddelde snel naar 23 à 24 km/uur.
Hierdoor wordt de marge ten opzicht van de tijdslimieten per etappe groter en loop ik ook in op mijn eigen schema waarin ik voor dit deel 22 km/uur heb staan.
De route gaat op en neer door de heuvels van Bretagne en door de vele PBP fietsers moet ik bergafwaarts regelmatig in de remmen. Dit kost energie maar aan de andere kant geven de aanmoedigen van de enthousiaste Fransen juist weer een kick om door te trappen.
Onderweg zie ik fietsers liggen op de velden, in bushokjes, op bankjes en waar al niet meer.
Ik neem aan dat zij niet eerder hebben geslapen en door uitputting even niet verder kunnen.
De volgende controleplaatsen bereik ik met slechts enkele minuten speling ten opzichte van mijn plan, maar ruim binnen de uiterste doorkomsttijden. Ik haal stempels in Fougeres en Tinteniac en maak mij dan op voor het laatste stukje voor mijn volgende langere pauze.
Op 20 km voor het eind van mijn dagetappe pauzeer ik nog even in La Trinite Porhoet voor een drankje en om te genieten van de PBP sfeer op het dorpsplein.
Dan fiets ik door naar Loudéac waar ik bij de controlepost wordt verwelkomt door Marcel, Wendy en Petra. Veel aandacht heb ik echter niet voor ze, want ik wil door naar de stempeltafel en naar ons chalet op de camping.
Om zeven uur ’s avonds ben ik op de camping en kan ik vijf uur rusten voordat ik weer op pad moet.
Ik fris me op onder de douche en schuif dan aan voor de pastamaaltijd die mijn ondersteuningsteam heeft gemaakt. Het valt wat zwaar een vol bord naar binnen te werken, maar Marcel spoort mij aan door te eten en dat helpt.
Dan kan ik 3 uur slapen en direct weer ontbijten.
Middernacht ga ik weer op pad voor mijn dinsdagretourtje naar Brest, mijn fiets staat bevoorraad en al klaar dus ik kan direct vertrekken.
Het eerste stuk in het donker fiets ik over een traject dat Petra en ik de week ervoor met de auto hebben verkend. Dat scheelt enorm en ik weet dat ik direct de nodige klimmetjes te verwerken krijg.
In de nacht is het maar een graad over 4 boven nul, maar toch liggen verspreid langs de route fietsers te slapen in de openlucht. Een enkeling lijkt beter af te zijn met een plek bij een afgesloten pinautomaat.
Hoewel het nacht is zijn er in de dorpjes onderweg veel mensen op de been om ons te voorzien van eten, drinken en goede moed.
Een groot deel van de nacht fiets ik achter een tandem die met mooie snelheid door de heuvels vliegt.
Dan volgt er een geheime controle in Saint-Nicolas-Du-Pélem die niet in de routebeschrijving maar wel op de brevetkaart is opgenomen.
Vijfendertig kilometer later kom ik in Carhaix-Plouger en constateer ik dat ik mooi in de buurt van de doorkomsttijd op mijn eigen schema ben gearriveerd.
In het restaurant van de controlepost verorber ik om half vijf ’s nachts een groot bord spaghetti om energie te krijgen voor het volgend deel van de dag.
En ook hier liggen, zitten en hangen fietsers onverstoorbaar te slapen in alle drukte.
Even na Carhaix wordt het licht en fiets ik over een weg met schitterende vergezichten richting Brest, terwijl onderwijl de eerste fietsers die Brest al hebben aangedaan mij weer tegemoet komen.
In de laatste bocht voor de lus naar Brest stop ik bij een crêpes-en-zopie. De koffie is zoals bij alle lokale bevoorradingspunten gratis, maar de crêpes zijn helaas even op.
Een uurtje later sta ik op de oude toegangsbrug naar Brest en kan ik een mooie foto maken van de naastgelegen tuibrug.
Op de stempelpost ben ik precies op de helft van de PBP route en maak ik mij op voor de terugrit.

Het bereiken van het keerpunt lijkt mij extra energie te geven en in het deel terug naar Carhaix-Plouger kan ik een soort tussenspint maken om wat tijd in te lopen.
In Sizun stop ik op het marktplein om mijn water aan te vullen. Gelukkig staat er iemand die water in flessen heeft, want het leidingwater met chloorsmaak valt mij niet zo goed.
Ik wil een fles kopen, maar dat mag niet want het water is gratis. Dan wil ik het in mijn bidons gieten, maar dat mag ook niet want een behulpzame fransoos staat erop dat hij dat voor mij moet doen. Onderwijl komt er ook nog een motoragent mijn fiets bewonderen en blijkt dat hij zelf ook in een velomobiel rijdt.
Even verder onderweg stop ik bij een standje waar een man met zijn kinderen PBP fietsers gratis drinken, cake en bananen aanbiedt. Ik maak een praatje met hem over de mooie omgeving, maar hij wijst mij er fijntjes op dat er even verderop wel een kerncentrale verscholen ligt.
Veel tijd om onderweg te pauzeren gun ik mezelf niet en begin van de middag ben ik terug bij de stempelpost waar ik vroeg in de morgen ook was.
In een rustig hoekje eet ik mijn eigen brood en slurp ik mijn eigen pakje drinken op.
Dan rest nog een rit van vierenhalf uur terug naar Loudéac.
De route loopt over andere wegen dan de heenweg, maar omdat ik die in het donker reed valt me dat niet op.
Op weg naar het eindpunt van deze dag geef ik geen aankomstprognose aan mijn ondersteuningsteam om gelijk na het stempelen door te kunnen naar de camping.
De verrassing is dus des te groter als Wendy en Petra mij toch verwelkomen bij de stempelpost.
Ik ben er zelfs zo beduusd van dat ik vergeet veel aandacht aan hen te schenken.
Gelukkig is Wendy wel helder en maakt zij foto’s van mij terwijl ik mijn kaart laat stempelen.
Ik fiets daarna weer direct naar de camping, spring daar onder de douche en schuif dan aan voor een heerlijke, voedzame gnocchi-maaltijd. Deze gaat er makkelijker in dan de pasta een dag eerder, dus blijkbaar heb ik verdeeld over de dag beter gegeten en gedronken om mijn spijsverteringssysteem op gang te houden.
Na de DF weer startklaar te hebben opgesteld duik ik mijn bed in om nog eens 3,5 uur te slapen.
Middernacht breekt voor mij de woensdag aan en mag ik de volgende etappe terug richting Parijs fietsen.
Het parcours is gelijk aan dat van de heenweg en het eerste deel ken ik nog beter dankzij mijn verkenningstocht in voorafgaande week.
Hierdoor kan ik ook in de nacht sneller rijden dan in de eerste nacht en ben ik bijna een uur eerder in Tinteniac dan mijn bedoeling was. Ik zoek wat eten, maar vindt het om vier uur ’s nacht nog te vroeg om uitgebreid te ontbijten. Na een pauze van een half uur ga ik weer verder door de nacht achter de andere fietsers aan.
Als ik in Fougeres aankom is mijn voorsprong op mijn eigen schema opgelopen tot anderhalf uur en strijk ik wel neer in de kantine voor een extra goed ontbijt.
Erg druk is het niet dus ik kan mooi even tot rust komen terwijl achter een tafel verderop een medefietser luidruchtig ligt te snurken.
Ik ben al over de helft van het traject naar Douwe en Henri als het licht wordt en ik ook weer kan genieten van de uitzichten over het Franse landschap.
De laatste stempelpost voor mijn volgende rustpauze is Villaines-La-Juhel. Het dorp is in volle glorie opgetuigd voor het PBP evenement en voor de stempelpost is een soort eretribune voor toeschouwers. Mijn DF krijgt een ere plaats direct voor de tribune en de lokale omroeper houdt en heel verhaal over mijn fiets waar ik maar weinig van begrijp.
Veel tijd om de DF te bewonderen gun ik de mensen hier niet, want na 10 minuten ben ik alweer op pad.
Het gaat nog steeds lekker en ik heb er plezier in dat mijn tempo ruim 30 procent hoger ligt dan dat ik in mijn schema heb durven opnemen.
Hierdoor ben ik ruim twee uur eerder bij Douwe en Henri op de camping in Fresnay-Sur-Sarthe. Hen heb ik onderweg wel ingelicht en zij zijn daarom al eerder begonnen met kokkerellen. Op de camping neem ik een koude douche, omdat de warmwatervoorziening is uitgevallen. Mijn PBP tenue ligt gewassen klaar en gaat weer aan. Fris en niet eens echt moe schuif ik daarna aan voor de pastamaaltijd van Douwe en Henri. Ik werk twee volle borden naar binnen en blijf daarna hangen in mijn stoel.
Het plan om nog een paar uur te gaan slapen laat ik varen, omdat ik mijn tijdwinst wil gebruiken om nog een groot stuk bij daglicht te kunnen fietsen.
Ik keuvel met de mannen over PBP, krijg een bak koffie met bijpassend frans gebak en rust zo naar mijn idee genoeg uit voor de laatste etappe.

Woensdagavond om half zes vertrek ik naar het eindpunt.
Henri begeleid me naar de route en ook nu beland ik weer direct tussen de PBP fietsers.
Ik heb het fietsen in de heuvels nu inmiddels aardig door en weet dat omlaag hard moet om de volgende helling al half op te kunnen vliegen voordat de DF stil gaat vallen.
Zo loopt mijn snelheid goed op en schiet ik zelfs bergop boven de 30 km/uur wielrenners voorbij. Uiteraard halen die mij even verderop weer in als hellingen lang zijn, maar gemiddeld blijf ik ze toch aardig voor.
Vier uur voor schema ben ik weer in Mortagne-Au-Perche en vijf uur voor schema in Dreux.
Daarvan rest nog slecht 45 km naar het eindpunt, maar ik voel dat ik toch wat vermoeid raak en besluit veilig achter een groepje wielrenners te blijven rijden. Ik haak aan bij een viertal rijders waarvan twee Amerikanen die als een soort transam truck met zeer constante snelheid over de heuvels razen.

Om twee uur ’s nacht ben ik terug in La Bergerie Nationale. Ik lever mijn brevetkaart met finishstempel in, krijg een medaille uitgereikt en een bon voor een warme maaltijd.
Terwijl ik met veel genoegen de maaltijd naar binnen werk informeer ik vrienden en familie over mijn voltooiing van PBP in net geen 81 uur. Enkel mijn moeder feliciteert mij direct met melding dat ze wel lag te slapen. Overige felicitaties komen de volgende ochtend binnen.
In uiterst rustig tempo fiets is terug naar de camping van Rambouillet, waar ik midden in de nacht mijn tent terugvind. Ik spoel me af onder de douche en duik dan mijn tent in om als een blok in slaap te vallen. Om acht uur moet ik even, eet ik wat, maar ben ik nog niet uitgeslapen. Rond het middaguur gaat het beter en kom ik weer tot leven.
Ik zie dat mijn tentje vol met vogeluitwerpselen zit en kan op mijn kampeerplek nog steeds geen sprietje gras ontdekken.
Als ik dan ook nog vele PBP rijders hun spullen zie pakken lijkt het mij een beter idee om de tent schoon te maken en op te breken en alvast naar Douwe en Henri te rijden. Ik kondig mijn komst aan en ben aan het eind van de middag weer in Fresnay-Sur-Sarthe. Met z’n drieën vieren we mijn overwinning eerst met een biertje en dan met een maaltijd bij een restaurant in het dorp. We hebben een menu waarvan drie van de vier gangen in buffetvorm zijn, zodat ik alvast kan beginnen mijn tekorten aan te vullen.
 
Na een rustige nacht en een ontbijt met croissants breken zowel Douwe en Henri als ik op om op pad te gaan naar Loudéac voor een laatste gezamenlijke avond met mijn twee ondersteuningsteams.
Bij aankomst op de camping tref ik een met slingers en routeborden versierd chalet.
We drinken een biertje en genieten van salade, stokbrood en meer van team Loudéac en worden door Douwe verwent met eendenborst.
Ik bedank mijn hulptroepen met een klein presentje en krijg zelf een chocolade-DF als trofee.
De volgende morgen wensen we elkaar goede reis en rijden we allen weer terug naar huis.
Hier kunnen we volgens mij nog lang terugdenken aan een mooi avontuur waar iedereen van heeft genoten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten