Van 18 tot 22 augustus 2019 heb ik de ’s wereld klassiekste
randonneurstocht Paris Brest Paris gefietst. Een uitdaging van 1215 km met
11.600 hoogtemeters en tijdlimiet van 90 uur.
Mijn voorbereidingen voor deze monstertocht begonnen al
begin 2018 met het fietsen van langeafstandstochten om me te kwalificeren voor
deelname.
De brevetten die ik hiervoor heb gereden varieerden in
afstand van 200 tot 600 km en volbracht ik alle ruim binnen de toegestane
tijden.
De trainingsronden in de Limburgse heuvels reed ik vrij
makkelijk en met veel plezier.
Dit alles gaf mij voldoende vertrouwen om Paris Brest Paris
te kunnen gaan fietsen.
In de weken voor PBP viel mijn verplichte bouwvak en kon ik
in alle rust toeleven naar het wielerevenement.
Na één week thuis en één week in het Franse Moyaux hebben
Petra en ik onze intrek genomen in een chalet op de camping in Loudéac.
Deze plaats lag strategisch in de PBP route en vanuit het
chalet kon ik alvast een klein deel van het parcours per fiets en auto
verkennen.
Op de zaterdag voor de start van PBP ga ik met auto en Wind-aanhanger
naar Rambouillet. Tijdens deze reis is het geen moment droog en als ik op de
camping kom waar ik mijn bivak op ga slaan tref ik een verzopen en modderige
kampeerplek aan.
Even twijfel ik of ik in de aanhanger of auto zal gaan
slapen, maar na een kop koffie in de campingkantine besluit ik om toch mijn
tentje op te zetten.
Direct daarna fiets ik met de DF naar La Bergerie Nationale,
het park met Rambouillet’s kasteel, om mijn PBP-kleding, badges en brevetkaart
op te halen en de DF te laten keuren.
Gelukkig is de regen nu even slechts miezer en na enig
speurwerk in het park vind ik de uitgiftebalie en keuringsplek.
De man die mijn fiets keurt bekijkt de werking van de verlichting
en wil testen of de remmen goed werkten. Dat laatste snap ik niet direct en als
hij tegen de fiets duwt en ik de remhendel niet ingeknepen heb gaat hij bijna
onderuit. Een tweede poging verloopt beter en daarmee is mijn DF goedgekeurd
voor de start.
Nu de eerste horde genomen is kan ik terug naar de camping
en bij aankomst bij mijn tentje regent het alweer gestaag. De DF gaat weer in
de aanhanger en ik begeef mij wederom naar de kantine.
Hier zitten al heel wat PBP fietsers die net als mij de camping
hebben verkozen als uitvalsbasis. Onder hen ook Roef die ook op mijn
kampeerplek zijn tent heeft opgezet.
Samen met hem en een andere randonneur eten we pizza en blikken
we vooruit op PBP.
Daarna kruip ik in mijn slaapzak om in de tent te luisteren
naar de regen en om te proberen de slaap te vatten. Uiteindelijk lukt dat en
geniet ik van de voorlopig laatste lange nachtrust.
De zondagmorgen ziet er bij het ontwaken al beter uit. Het is
bijna opgehouden met regenen en het kampeerterrein begint iets op te drogen.
Ik ontbijt met het proviand dat ik heb meegenomen, neem een
kop koffie in de kantine en maak daarna de DF klaar voor de strijd. Ik trek nog
even een poetsdoek over de body, controleer voor de zekerheid de bandenspanning,
bevestig mijn badge F118 en laad de spullen die op mijn checklist staan in de
fiets.
Gekleed in het Nederlandse randounneurstenue begeef ik mij
om twee uur opnieuw naar La Bergerie Nationale. Met nog zo’n 120 landgenoten
poseer ik voor de landsfoto terwijl de zon de regen voor de komende dagen heeft
verdreven en een vrolijke stralen op het park werpt. Daarna nuttig ik mijn
startmaaltijd in de grote tent van de organisatie tussen fietsers uit 66
verschillende landen.
In het park is het inmiddels een drukte van jewelste en van
de 6.673 fietsers zoeken velen nerveus hun weg naar de start. Om vier uur ’s
middag starten de eerste rijders en elk kwartier daarna gaat een volgende groep
van ongeveer 200 mensen op pad.
Om kwart over vijf is de start van de speciale fietsen en mag
ik van start.
Mijn brevetkaart wordt voorzien van een eerste stempel en ik
passeer de sensoren van het tijdregistratiesysteem. Helaas herkent het systeem
mijn badge niet doordat de carbonbody van mijn fiets en magneetsignalen
verstoort. Roef heeft dit ook in de gaten en dankzij enige inspanning van zijn
kant wordt mijn starttijd wel in het systeem opgenomen.
De eerste kilometers fietsen we achter begeleidende motoren
aan, hoewel ik dat niet door heb omdat ik midden in de groep rijd. Deze etappe
heeft over het eerste deel een aflopend hoogteprofiel en daardoor kan ik lekker
op snelheid komen.
Een uur eerder dan gepland kom ik in Mortagne-Au-Perche. Dit
is op de heenweg geen stempelpost, maar er is wel koffie en ik probeer te
achterhalen of ik mijn badge herkenbaar in het systeem van de organisatie kan
krijgen.
Helaas lukt dit niet, maar er wordt mij verzekerd dat de
stempels op de brevetkaart uiteindelijk voldoende zullen zijn voor homologatie
van de tocht.
Na een korte stop fietst ik door naar de camping waar Douwe
en Henri mij opvangen voor een eerste nachtrust. Ik kom daar ruim anderhalf uur
eerder dan bedacht, omdat mijn gemiddelde tot nu geen 24 maar 28 km/uur is.
De mannen hebben mijn slaapmat al klaar liggen en na een
douche plof ik daar op neer.
Door mijn tijdwinst over het eerste deel kan ik iets langer
slapen dan verwacht, maar op maandagochtend wordt ik wel om vier uur gewekt om
volgens schema verder te gaan.
Het ontbijt op de camping smaakt goed en dankbaar stop ik
het proviand dat ik aangereikt krijg in mijn knapzak.
Dan ga ik op pad naar het eerste officiële controlepunt in
Villaines-La-Juhel. Direct na verlaten van de camping fiets ik achter honderden
rode fietslampjes van mensen die waarschijnlijk helemaal niet hebben geslapen.
Op het controlepunt laat ik een tweede stempel op mijn kaart
zetten en heb ik een tijdspeling van amper 35 minuten op de uiterste
doorkomsttijd.
In het donker heb ik slechts een gemiddelde van 20 km/uur
kunnen halen, maar nu het weer licht is en mooi weer klimt mijn gemiddelde snel
naar 23 à 24 km/uur.
Hierdoor wordt de marge ten opzicht van de tijdslimieten per
etappe groter en loop ik ook in op mijn eigen schema waarin ik voor dit deel 22
km/uur heb staan.
De route gaat op en neer door de heuvels van Bretagne en
door de vele PBP fietsers moet ik bergafwaarts regelmatig in de remmen. Dit
kost energie maar aan de andere kant geven de aanmoedigen van de enthousiaste
Fransen juist weer een kick om door te trappen.
Onderweg zie ik fietsers liggen op de velden, in bushokjes,
op bankjes en waar al niet meer.
Ik neem aan dat zij niet eerder hebben geslapen en door
uitputting even niet verder kunnen.
De volgende controleplaatsen bereik ik met slechts enkele
minuten speling ten opzichte van mijn plan, maar ruim binnen de uiterste doorkomsttijden.
Ik haal stempels in Fougeres en Tinteniac en maak mij dan op voor het laatste
stukje voor mijn volgende langere pauze.
Op 20 km voor het eind van mijn dagetappe pauzeer ik nog
even in La Trinite Porhoet voor een drankje en om te genieten van de PBP sfeer
op het dorpsplein.
Dan fiets ik door naar Loudéac waar ik bij de controlepost
wordt verwelkomt door Marcel, Wendy en Petra. Veel aandacht heb ik echter niet
voor ze, want ik wil door naar de stempeltafel en naar ons chalet op de
camping.
Om zeven uur ’s avonds ben ik op de camping en kan ik vijf
uur rusten voordat ik weer op pad moet.
Ik fris me op onder de douche en schuif dan aan voor de
pastamaaltijd die mijn ondersteuningsteam heeft gemaakt. Het valt wat zwaar een
vol bord naar binnen te werken, maar Marcel spoort mij aan door te eten en dat
helpt.
Dan kan ik 3 uur slapen en direct weer ontbijten.
Middernacht ga ik weer op pad voor mijn dinsdagretourtje
naar Brest, mijn fiets staat bevoorraad en al klaar dus ik kan direct vertrekken.
Het eerste stuk in het donker fiets ik over een traject dat
Petra en ik de week ervoor met de auto hebben verkend. Dat scheelt enorm en ik
weet dat ik direct de nodige klimmetjes te verwerken krijg.
In de nacht is het maar een graad over 4 boven nul, maar
toch liggen verspreid langs de route fietsers te slapen in de openlucht. Een
enkeling lijkt beter af te zijn met een plek bij een afgesloten pinautomaat.
Hoewel het nacht is zijn er in de dorpjes onderweg veel
mensen op de been om ons te voorzien van eten, drinken en goede moed.
Een groot deel van de nacht fiets ik achter een tandem die
met mooie snelheid door de heuvels vliegt.
Dan volgt er een geheime controle in Saint-Nicolas-Du-Pélem
die niet in de routebeschrijving maar wel op de brevetkaart is opgenomen.
Vijfendertig kilometer later kom ik in Carhaix-Plouger en
constateer ik dat ik mooi in de buurt van de doorkomsttijd op mijn eigen schema
ben gearriveerd.
In het restaurant van de controlepost verorber ik om half
vijf ’s nachts een groot bord spaghetti om energie te krijgen voor het volgend
deel van de dag.
En ook hier liggen, zitten en hangen fietsers onverstoorbaar
te slapen in alle drukte.
Even na Carhaix wordt het licht en fiets ik over een weg met
schitterende vergezichten richting Brest, terwijl onderwijl de eerste fietsers
die Brest al hebben aangedaan mij weer tegemoet komen.
In de laatste bocht voor de lus naar Brest stop ik bij een
crêpes-en-zopie. De koffie is zoals bij alle lokale bevoorradingspunten gratis,
maar de crêpes zijn helaas even op.
Een uurtje later sta ik op de oude toegangsbrug naar Brest
en kan ik een mooie foto maken van de naastgelegen tuibrug.
Op de stempelpost ben ik precies op de helft van de PBP
route en maak ik mij op voor de terugrit.
Het bereiken van het keerpunt lijkt mij extra energie te
geven en in het deel terug naar Carhaix-Plouger kan ik een soort tussenspint
maken om wat tijd in te lopen.
In Sizun stop ik op het marktplein om mijn water aan te
vullen. Gelukkig staat er iemand die water in flessen heeft, want het
leidingwater met chloorsmaak valt mij niet zo goed.
Ik wil een fles kopen, maar dat mag niet want het water is
gratis. Dan wil ik het in mijn bidons gieten, maar dat mag ook niet want een
behulpzame fransoos staat erop dat hij dat voor mij moet doen. Onderwijl komt
er ook nog een motoragent mijn fiets bewonderen en blijkt dat hij zelf ook in
een velomobiel rijdt.
Even verder onderweg stop ik bij een standje waar een man
met zijn kinderen PBP fietsers gratis drinken, cake en bananen aanbiedt. Ik maak
een praatje met hem over de mooie omgeving, maar hij wijst mij er fijntjes op
dat er even verderop wel een kerncentrale verscholen ligt.
Veel tijd om onderweg te pauzeren gun ik mezelf niet en begin
van de middag ben ik terug bij de stempelpost waar ik vroeg in de morgen ook
was.
In een rustig hoekje eet ik mijn eigen brood en slurp ik
mijn eigen pakje drinken op.
Dan rest nog een rit van vierenhalf uur terug naar Loudéac.
De route loopt over andere wegen dan de heenweg, maar omdat
ik die in het donker reed valt me dat niet op.
Op weg naar het eindpunt van deze dag geef ik geen
aankomstprognose aan mijn ondersteuningsteam om gelijk na het stempelen door te
kunnen naar de camping.
De verrassing is dus des te groter als Wendy en Petra mij
toch verwelkomen bij de stempelpost.
Ik ben er zelfs zo beduusd van dat ik vergeet veel aandacht
aan hen te schenken.
Gelukkig is Wendy wel helder en maakt zij foto’s van mij
terwijl ik mijn kaart laat stempelen.
Ik fiets daarna weer direct naar de camping, spring daar onder
de douche en schuif dan aan voor een heerlijke, voedzame gnocchi-maaltijd. Deze
gaat er makkelijker in dan de pasta een dag eerder, dus blijkbaar heb ik
verdeeld over de dag beter gegeten en gedronken om mijn spijsverteringssysteem
op gang te houden.
Na de DF weer startklaar te hebben opgesteld duik ik mijn
bed in om nog eens 3,5 uur te slapen.
Middernacht breekt voor mij de woensdag aan en mag ik de
volgende etappe terug richting Parijs fietsen.
Het parcours is gelijk aan dat van de heenweg en het eerste
deel ken ik nog beter dankzij mijn verkenningstocht in voorafgaande week.
Hierdoor kan ik ook in de nacht sneller rijden dan in de
eerste nacht en ben ik bijna een uur eerder in Tinteniac dan mijn bedoeling
was. Ik zoek wat eten, maar vindt het om vier uur ’s nacht nog te vroeg om
uitgebreid te ontbijten. Na een pauze van een half uur ga ik weer verder door
de nacht achter de andere fietsers aan.
Als ik in Fougeres aankom is mijn voorsprong op mijn eigen
schema opgelopen tot anderhalf uur en strijk ik wel neer in de kantine voor een
extra goed ontbijt.
Erg druk is het niet dus ik kan mooi even tot rust komen
terwijl achter een tafel verderop een medefietser luidruchtig ligt te snurken.
Ik ben al over de helft van het traject naar Douwe en Henri
als het licht wordt en ik ook weer kan genieten van de uitzichten over het
Franse landschap.
De laatste stempelpost voor mijn volgende rustpauze is
Villaines-La-Juhel. Het dorp is in volle glorie opgetuigd voor het PBP
evenement en voor de stempelpost is een soort eretribune voor toeschouwers.
Mijn DF krijgt een ere plaats direct voor de tribune en de lokale omroeper houdt
en heel verhaal over mijn fiets waar ik maar weinig van begrijp.
Veel tijd om de DF te bewonderen gun ik de mensen hier niet,
want na 10 minuten ben ik alweer op pad.
Het gaat nog steeds lekker en ik heb er plezier in dat mijn
tempo ruim 30 procent hoger ligt dan dat ik in mijn schema heb durven opnemen.
Hierdoor ben ik ruim twee uur eerder bij Douwe en Henri op
de camping in Fresnay-Sur-Sarthe. Hen heb ik onderweg wel ingelicht en zij zijn
daarom al eerder begonnen met kokkerellen. Op de camping neem ik een koude
douche, omdat de warmwatervoorziening is uitgevallen. Mijn PBP tenue ligt
gewassen klaar en gaat weer aan. Fris en niet eens echt moe schuif ik daarna
aan voor de pastamaaltijd van Douwe en Henri. Ik werk twee volle borden naar
binnen en blijf daarna hangen in mijn stoel.
Het plan om nog een paar uur te gaan slapen laat ik varen,
omdat ik mijn tijdwinst wil gebruiken om nog een groot stuk bij daglicht te
kunnen fietsen.
Ik keuvel met de mannen over PBP, krijg een bak koffie met bijpassend
frans gebak en rust zo naar mijn idee genoeg uit voor de laatste etappe.
Woensdagavond om half zes vertrek ik naar het eindpunt.
Henri begeleid me naar de route en ook nu beland ik weer
direct tussen de PBP fietsers.
Ik heb het fietsen in de heuvels nu inmiddels aardig door en
weet dat omlaag hard moet om de volgende helling al half op te kunnen vliegen
voordat de DF stil gaat vallen.
Zo loopt mijn snelheid goed op en schiet ik zelfs bergop
boven de 30 km/uur wielrenners voorbij. Uiteraard halen die mij even verderop
weer in als hellingen lang zijn, maar gemiddeld blijf ik ze toch aardig voor.
Vier uur voor schema ben ik weer in Mortagne-Au-Perche en
vijf uur voor schema in Dreux.
Daarvan rest nog slecht 45 km naar het eindpunt, maar ik
voel dat ik toch wat vermoeid raak en besluit veilig achter een groepje
wielrenners te blijven rijden. Ik haak aan bij een viertal rijders waarvan twee
Amerikanen die als een soort transam truck met zeer constante snelheid over de
heuvels razen.
Om twee uur ’s nacht ben ik terug in La Bergerie Nationale.
Ik lever mijn brevetkaart met finishstempel in, krijg een medaille uitgereikt
en een bon voor een warme maaltijd.
Terwijl ik met veel genoegen de maaltijd naar binnen werk
informeer ik vrienden en familie over mijn voltooiing van PBP in net geen 81
uur. Enkel mijn moeder feliciteert mij direct met melding dat ze wel lag te
slapen. Overige felicitaties komen de volgende ochtend binnen.
In uiterst rustig tempo fiets is terug naar de camping van
Rambouillet, waar ik midden in de nacht mijn tent terugvind. Ik spoel me af
onder de douche en duik dan mijn tent in om als een blok in slaap te vallen. Om
acht uur moet ik even, eet ik wat, maar ben ik nog niet uitgeslapen. Rond het
middaguur gaat het beter en kom ik weer tot leven.
Ik zie dat mijn tentje vol met vogeluitwerpselen zit en kan
op mijn kampeerplek nog steeds geen sprietje gras ontdekken.
Als ik dan ook nog vele PBP rijders hun spullen zie pakken
lijkt het mij een beter idee om de tent schoon te maken en op te breken en
alvast naar Douwe en Henri te rijden. Ik kondig mijn komst aan en ben aan het
eind van de middag weer in Fresnay-Sur-Sarthe. Met z’n drieën vieren we mijn
overwinning eerst met een biertje en dan met een maaltijd bij een restaurant in het dorp. We hebben een menu
waarvan drie van de vier gangen in buffetvorm zijn, zodat ik alvast kan
beginnen mijn tekorten aan te vullen.
Na een rustige nacht en een ontbijt met croissants breken
zowel Douwe en Henri als ik op om op pad te gaan naar Loudéac voor een laatste
gezamenlijke avond met mijn twee ondersteuningsteams.
Bij aankomst op de camping tref ik een met slingers en
routeborden versierd chalet.
We drinken een biertje en genieten van salade, stokbrood en
meer van team Loudéac en worden door Douwe verwent met eendenborst.
Ik bedank mijn hulptroepen met een klein presentje en krijg
zelf een chocolade-DF als trofee.
De volgende morgen wensen we elkaar goede reis en rijden we
allen weer terug naar huis.
Hier kunnen we volgens mij nog lang terugdenken aan een mooi
avontuur waar iedereen van heeft genoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten